Tolken in tijden van corona

Geschreven op 16 januari 2021
Leestijd: 4 minuten

Bijna een jaar.

Het is bijna een jaar geleden dat de coronacrisis begon in Nederland. Het leek me bij uitstek een moment om terug te blikken op deze periode, waarin ik wel mijn ups en downs heb gehad, net zoals iedereen geloof ik.

Toen het allemaal begon was het maart 2020, een maand waarin ik niet zoveel bijzonders in de planning had staan. Ik kan me nu goed herinneren dat in de maanden daarvoor wel al het een en anders op het nieuws was langsgekomen, maar ik nam de moeite niet om het serieus te nemen. Ik had immers wel genoeg dingen aan mijn hoofd, dacht ik toen: mijn dagelijkse portie werk en alles daaromheen, afspraken met vrienden en mijn altijd gevulde to-do lijst. Het is maf om te bedenken dat ik op dat moment totaal geen idee had van wat er allemaal te wachten stond en wat voor massale verandering er op het punt stond te gebeuren!

Het kwartje viel pas echt – dat het menens was – toen mijn opdrachten die gepland stonden in de twee weken na de aankondiging van de corona pandemie per direct werden afgezegd. Opeens was mijn agenda schoongeveegd. En ik bedoel niet eens alle grote evenement of bijeenkomsten waar echt veel mensen bij elkaar zouden komen; zelfs gesprekken met drie deelnemers werden geannuleerd, uit voorzorg. Achteraf gezien heel wijs, maar het was behoorlijk schrikken.

Wat daarna gebeurde heeft gezorgd voor een complete herijking van mijn dagelijkse werk. Langzaam maar zeker ontdekten mensen de kracht van digitale vergaderingen, werken op afstand en moest ik wel geloven aan het downloaden van Microsoft Teams en Zoom. Ik moet bekennen dat ik niet goed kan herinneren hoe die eerste weken eruit zagen, het ging allemaal zo snel. Voor ik het wist zat ik dagelijks een behoorlijke tijd achter mijn beeldscherm, met een koptelefoon op, aan mijn bureau. En nu klinkt het alsof ik hier volledig op voorbereid was – dat was niet zo. Ik woon niet zo groot en heb daarom geen studeerkamer. Met de hulp van mijn vriend heb ik even gauw een bureau in elkaar geknutseld van een stuk hout dat we nog hadden en wat losse pootjes. Dit staat nu onder een groot raam, vlak boven de router, zodat ik de beste wifi verbinding heb (al werk ik inmiddels op de internetkabel). Mijn koptelefoon had ik gelukkig al en die investering heeft zich nu sowieso al driedubbel terugbetaald.

Het werken op afstand heeft een hoop veranderd in hoe ik in mijn werk sta. En dan bedoel ik dat ik vooral veel ervan heb geleerd. Soms lijkt het wel nodig te zijn om even volledig door elkaar te worden geschud door het leven, om weer te gaan waarderen wat je hebt. Ik heb door te tolken op afstand steeds meer waardering gekregen voor opdrachten die ik fysiek mag uitvoeren. En dat is niet omdat ik zo graag in de trein zit of in de file sta. Het is de menselijke interactie die ik met heel mijn hart mis. De spontaniteit van sommige gesprekken in de pauzes, of onderonsjes tijdens het werk zelf – met mijn collega of mijn klant. De subtiele trekjes in het gezicht die mij informatie geven voor een nog volledigere vertaling. De contextuele informatie en de akoestiek, die mij vertelt waar iemand in de ruimte is, zodat ik weet waar ik moet wijzen als iemand aan het woord is.

Ik was me voor deze hele situatie totaal niet bewust van hoe veel informatie ik haal uit details en nuances bij fysieke opdrachten. Tijdens tolken op afstand moet ik veel meer zelf aanvullen, omdat het anders wegvalt. Ik heb stemmen leren herkennen, zodat ik sneller een naamgebaar kan maken en me weer kan focussen op de inhoud van wat die persoon zegt. Mijn mimiek moet sterker naar voren komen, omdat er anders te weinig verschil te herkennen in de emoties, aangezien je geen lichaamstaal meekrijgt van de ander. Alles is een stuk explicieter geworden, terwijl menselijke interactie voor een groot deel gebaseerd is op alles dat non-verbaal is.

Tolken op afstand heeft ook een positieve kant – dat vind ik wel belangrijk om te zeggen, na al het voorgaande. Het mooie van de situatie nu is dat ik in principe overal kan werken. Normaal gesproken zou ik niet werken met iemand die in Groningen of Maastricht woont, simpelweg omdat het niet te bereizen is. Dat probleem is er nu niet meer en dat maakt dat ik met mensen mag samenwerken die ik niet zo vaak zie. Tegelijkertijd merk ik dat ik veel naar mijn vaste mensen toetrek, omdat we elkaar goed kennen en het daardoor minder energie kost om mijn werk naar behoren te doen online.

Dus wat ik al zei: er zijn hoogte- en dieptepunten geweest. En dankzij de afwisseling daarin mag ik absoluut niet klagen over hoe ik er nu bij zit.

Bijna een jaar zitten we in de coronapandemie. Het is alsof ik niet meer anders gewend ben. Sinds de lockdown van december werk ik volledig op afstand. Ik kan niet eens zeggen dat dat nog gek aanvoelt. Ik weet niet meer beter. Soms vraag ik me af hoe het gaat voelen als we weer naar buiten mogen en elkaar fysiek kunnen ontmoeten. Misschien moet ik de vaardigheden die daarbij nodig zijn weer herontdekken. Het zal in elk geval weer wennen zijn om niet te hoeven zeggen: ‘’kan je je microfoon even muten?’’